30-11-2021

Aan het werk?!

Afgelopen september publiceerde de Sociaal Economische Raad (hierna: SER) het rapport ‘Werken zonder Armoede’. Geen overbodige luxe. Maar liefst 220.000 Nederlanders mét een baan kunnen niet of nauwelijks rondkomen. Dit aantal neemt de afgelopen jaren alleen maar toe. Inmiddels werkt maar liefst een derde van de totale groep die in armoede leeft.

We wachten op de formerende partijen om tot oplossingen te komen. Hierbij wordt onder andere gedacht aan het verhogen van het minimumloon, gratis kinderopvang en het afschaffen van het toeslagensysteem. Maar gemeenten zijn daarentegen óók aan zet. Het gaat immers nog wel even duren voordat onze inwoners eventuele oplossingen vanuit het Rijk gaan zien. Daarnaast is het Rijk niet alleen aan zet. Gemeenten kunnen op korte termijn daadwerkelijk deze doelgroep ondersteunen. Een aantal suggesties hiervoor zet ik uiteen.

1. Voorkom onderbenutting
Gemeenten hebben de doelgroep werkende armen beperkt in beeld. Dit komt doordat inwoners veelal de veronderstelling hebben dat minimaregelingen- en voorzieningen bedoeld zijn voor inwoners met een uitkering. Dit is enorm zonde omdat veel gemeenten wel voorzieningen hebben voor deze doelgroep.

Maak dienstverlening écht laagdrempelig
Gemeenten zijn meestal telefonisch, via mail en door een inloopspreekuur te bereiken voor inwoners. Maar deze bereikbaarheid beperkt zich veelal tot kantoortijden. Via de mail moeten inwoners goed weten welke vraag zij hebben om de juiste ondersteuning te krijgen. Kortom; tijd voor verandering!
– Ben bereikbaar in de avond en in het weekend. Wanneer deze doelgroep niet werkt, kom men pas toe aan de financiële vragen.
– Creëer de mogelijkheid om contact te leggen via WhatsApp of via een chat functie op de website.
– Maak gebruik van bestaande (landelijke) portals als Gelfdit, Sam&, Startpunt Geldzaken, Nibud en de Kvk. Zo vindt de inwoner jouw gemeente ook via andere ingangen.
– Update de website. Richt deze vraag gestuurd in; inwoners weten niet bij voorbaat welke regeling zij kunnen aanvragen. Versimpel het taalgebruik en maak gebruik van visuele informatie. Verken de optie tot vertaling van de site.

Zoek zelf de doelgroep op
Niet elke inwoner wordt bereikt met het laagdrempeliger maken van de dienstverlening. Dit gaat uit van een proactieve inwoner die weet dat de gemeente hem of haar kan helpen. Gemeenten zijn ook zelf aan zet om de doelgroep te bereiken. Pas je communicatiestrategie aan de doelgroep. De doelgroep werkende armen heeft een andere aanpak nodig dan de inwoners die de gemeente kent vanuit haar eigen uitkeringsbestand. Relevante onderdelen van zo’n strategie zijn:
– Communiceer op fysieke plekken in de gemeente waar deze inwoners zich bevinden. Denk aan scholen, huisartsen, sportfaciliteiten en gemeentelijke voorzieningen als de bibliotheek of buurthuizen.
– Maak gebruik van grote lokale werkgevers waar veelal praktisch geschoolde inwoners werken. Communiceer via werkgevers, en zorg voor een warme overdracht wanneer medewerkers een loonbeslag hebben.
– Maak gebruik van de aanwezige kennis sociaal domein breed. Vanuit de Wmo en Jeugdwet zijn meer inwoners in beeld dan vanuit de Participatiewet. Informeer en leid desbetreffende klantmanagers op om ook te vragen naar de financiële situatie. Zorg vervolgens voor een integrale aanpak of faciliteer intern een goede doorverwijzing.
– Maak gebruik van betaalde campagnes via social mediakanalen. Op deze manier kan de gemeente gericht een doelgroep kiezen als ‘target’ en informeren over de dienstverlening.

2. Faciliteer de randvoorwaarden bij uitstroom van de uitkering
Een deel van de groep die straks als werkende arme kan worden aangemerkt zit nu in het uitkeringsbestand. Voor veel inwoners gaat het aannemen van een baan gepaard met financiële onzekerheid. Het huidige systeem is dermate complex wat maakt dat een terugbetaling vanuit de Belastingdienst of de gemeente al snel op de loer ligt.

Zorg voor een goede overdracht bij uitstroom bijstand
Gemeenten hebben inwoners die uitstromen door betaalde arbeid in beeld. Wanneer bekend is dat de inwoner geen recht meer heeft op een bijstandsuitkering, volgt al snel de formele beëindiging door middel van een beschikking. Gemeenten moeten dit moment beter benutten. Nodig de inwoner persoonlijk uit en ondersteun bij de nieuwe financiële situatie. De betrokken consulent kan de inwoner informeren over zaken als:
– Het doorgeven van het nieuwe inkomen aan de Belastingdienst en informeren over de mogelijke wijzigingen t.a.v. de zorg- en huurtoeslag;
– Het aanvragen van zaken waar recht op blijft (bv. kinderopvangtoeslag);
– Beoordelen of de inwoner met de nieuwe inkomenssituatie nog recht heeft op een of meerdere gemeentelijke voorzieningen;
– Berekenen of de inwoner er maandelijks netto op voor – of achteruit gaat en bepaal of hier verdere ondersteuning bij nodig is vanuit een van de partners (denk aan budgetcoaching of een financieel maatje).

Zorg voor prikkels om te werken naast de bijstandsuitkering
Helaas is het op dit moment nog zo dat voor een deel van de uitstromers werken nog niet loont. Dit kan een belemmering vormen om aan de slag te gaan. Steeds meer gemeenten zetten hiervoor een uitstroompremie in. Een goede investering, want werken verbetert ook de mentale – en sociale positie van inwoners. Veel gemeenten werken met een uniforme uitstroompremie. Maar Stimulansz biedt ook de tool WerkloonT aan. Hiermee kan de gemeente een premie verstrekken die op persoon is toegespitst. Oftewel wat gaat de desbetreffende inwoner er daadwerkelijk op achteruit, om vervolgens dat verschil tijdelijk aan te vullen. Het overdrachtsgesprek is een goed moment om deze tool in te zetten.

Op de vraag: Aan het Werk?! zeg ik volmondig ja. We hebben elke arbeidskracht hard nodig in onze krappe arbeidsmarkt. Daarnaast is werken gezond. Het zorgt voor meer zelfwaarde en bestrijdt eenzaamheid. Financiële problemen daarentegen kunnen deze positieve effecten tenietdoen. Gemeenten zijn daarom aan zet om de onderbenutting tegen te gaan én om de juiste randvoorwaarden te creëren om uit de bijstand te stromen.

En ja.. het is ook tijd dat de landelijke politiek zijn steentje bijdraagt.

Meer weten?

Neem dan contact op met onze Nauturiaan Mirjam Engels.

Mail Mirjam