07-08-2020

Bijstand in coronatijd: van laatste vangnet naar eerste redmiddel

De coronacrisis maakte een abrupt einde aan het dalende aantal bijstandsuitkeringen in Nederland. Waar het CBS afgelopen februari – de laatste maand met een ‘normaal’ gemiddelde – nog meldde dat er vorig jaar voor het derde jaar op rij minder bijstandsgerechtigden waren, steeg dit aantal een maand later met 56%, zo blijkt uit de Benchmark Werk en Inkomen van Divosa. Door corona vielen er harde klappen op de arbeidsmarkt en werden meer, en andere, mensen afhankelijk van inkomensondersteuning. Gevreesd wordt dat dit aantal verder stijgt nu tekenen van een economische recessie zichtbaar worden.

Stijgende instroom in de bijstand
“De bijstand reageert als een olietanker op de economie”, zo stelde de Volkskrant in 2019. Destijds een passende metafoor voor een positieve ontwikkeling. In het huidige tijdsbeeld een treffende illustratie van de complexe opgave voor gemeenten. In de afgelopen maanden verloren veel werknemers hun baan en veel zzp’ers kwamen zonder opdrachten te zitten. Vanwege teruglopende inkomsten is een groot deel van deze groep genoodzaakt een beroep op de gemeente te doen. Bovendien is de verwachting dat de toestroom bij gemeenten de komende tijd nog aanhoudt en mogelijk verder toeneemt. Een deel van de werkloze bevolking heeft namelijk de eerste periode nog recht op een WW-uitkering.

Vooral het aantal bijstandsaanvragen door personen tot 35 jaar steeg flink. Gemiddeld wordt ongeveer driekwart van de aanvragen gehonoreerd. Hoewel bedoeld als laatste vangnet, blijkt de bijstand nu voor veel mensen het eerste redmiddel te zijn. Dit heeft te maken met de specifieke kenmerken van de mensen die nu instromen. Zo hebben jongeren vaker tijdelijke of flexibele contracten en nog weinig WW-rechten opgebouwd, waardoor het wegvallen van werk direct resulteert in het wegvallen van inkomen. Voorliggende voorzieningen blijken onvoldoende toereikend om de golf aan ondersteuningsvragen op te vangen.

Teruglopende uitstroom uit de bijstand
Ook de opgave voor de uitstroom uit de bijstand is groot, want door de coronacrisis is een deel van de werkgelegenheid verdwenen. Het aantal banen is schaars. En hoewel een economische recessie niet al het werk doet verdwijnen – we moeten de samenleving immers nog steeds draaiende houden – heeft dit grote impact op de ontwikkeling van vraag en aanbod. En dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee voor gemeenten en andere partijen die mensen weer aan het werk willen helpen. De Divosa Benchmark Werk en Inkomen laat zien dat de uitstroom uit de bijstand, en met name de uitstroom naar werk, vanaf maart een daling inzette.

Adviezen om in- en uitstroom te beïnvloeden
Een goed functionerende participatieketen en een beperkte druk op de bijstand komt velen ten goede. Daarom is het belangrijk om juist nu invloed uit te oefenen op de instroom in en de uitstroom uit de bijstand. Wat kunnen gemeenten doen om zoveel mogelijk mensen te helpen om hun steentje bij te dragen en in hun eigen inkomen te voorzien? Wij geven een aantal adviezen.

  1. Bied ondersteuning voordat mensen instromen

Ondersteuning van de gemeente start vaak op het moment dat iemand een bijstandsuitkering aanvraagt. De huidige situatie vraagt ook om begeleiding naar werk voor mensen die onverhoopt zonder werk komen te zitten of voor wie dit dreigt te gebeuren, juist om een groeiende afstand tot de arbeidsmarkt en instroom in de bijstand te voorkomen. Als vorm van preventie kunnen gemeenten bijvoorbeeld een bedrijfscontactfunctionaris inzetten die met werkgevers in gesprek gaat over de voortzetting van de bedrijfsvoering en het behoud van arbeidsplaatsen. Daarnaast is het zinvol om zicht te krijgen op de situatie en de ondersteuningsbehoefte van ondernemers die recht hebben op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Als blijkt dat hun bedrijf een negatief toekomstperspectief heeft, kan de gemeente hen tijdig helpen, bijvoorbeeld bij een doorstart in een andere sector. Een ander voorbeeld is het Regionaal Werkcentrum Groot-Amsterdam. Deze publiek-private netwerkorganisatie verbindt werkgevers met weinig werk en werkgevers die juist nu extra personeel zoeken met elkaar en begeleidt daarnaast personeel van werk naar werk.

  1. Maak gebruik van waardevolle verbindingen

Veel gemeenten werken al nauw samen met partners binnen de arbeidsmarktregio, wat helpt om op de hoogte te blijven van en in te spelen op ontwikkelingen. Daarnaast biedt de huidige situatie ook een goede gelegenheid om de verbindingen binnen de gemeente, bijvoorbeeld tussen het sociaal en het economisch domein, te gebruiken en te versterken. Informatie vanuit het economisch domein over kansrijke en kansarme sectoren, lokale economische ontwikkelingen of bestaande subsidieregelingen kan bijdragen aan passende maatregelen om ondernemers en werkgevers te helpen.

  1. Kies voor gerichte en duurzame inzet

De stroom aan nieuwe uitkeringsaanvragen vraagt om een weloverwogen inzet van de huidige capaciteit. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om meer gerichte activiteiten te ondernemen, toegespitst op specifieke (kansrijke) doelgroepen en/of specifiek (kansrijk) aanbod. Het kan interessant zijn te onderzoeken welk deel van de nieuwe instroom interesse heeft om zich met (financiële) ondersteuning om te laten scholen voor een baan in bijvoorbeeld de zorg. Zo zet je in op wat nu zinvol is, maar vergroot je ook de kansen op een duurzaam effect. Op die manier blijft of ontstaat er op termijn tevens ruimte om te investeren in de mensen die al een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben.

  1. Bespaar waar mogelijk om op andere plekken extra inzet te plegen

(Tijdelijk) meer slagkracht op het gebied van werk en inkomen kan de werkloosheid, de druk op het uitkeringsbudget, maar ook de druk op professionals beperken. Verken waar je als gemeente mogelijk kan besparen, om op andere plekken extra inzet te plegen. Kijk hierbij niet alleen naar financiën, maar ook naar processen. Kan het aanvraagproces van de uitkering bijvoorbeeld sneller met behulp van de Divosa-toolkit ‘snelle aanvraag – snel besluit’, waardoor extra capaciteit vrijkomt voor het begeleiden van inwoners naar werk?

Wil je meer weten?

Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen of wil je meer weten? Neem dan contact op met Lieke Pullen.

Mail Lieke