09-10-2019Kosha's Kijk, oktober 2019

De wendbare gemeente is een 'blijvertje'

Het stormt in gemeenteland. De klassieke rol van de gemeente, als steller en handhaver van regels, en als uitvoerder en opdrachtgever van publieke voorzieningen, maakt steeds meer plaats voor een nieuwe opvatting over de rol van de gemeente. Of de term ‘wendbare gemeente’ het overleeft weet ik niet, maar de onderliggende opvattingen zijn volgens mij ‘here to stay’.

‘Ieder het zijne’ in het oog van de storm
‘Van gelijkheid naar ieder het zijne geven’, was de titel van de toespraak van Piet Hein Donner (destijds vice-president van de Raad van State), op het Divosa Voorjaarscongres 2016. Wie erbij was zal zijn zorgvuldig opgebouwde waarschuwing aan gemeenten herinneren: ‘de decentralisatie van taken is peanuts in vergelijking met de nieuwe verhouding tussen overheid en burgers, waarvan gemeenten de implicaties nog niet overzien’.

Het betoog van Donner was haarscherp. Gemeenten kwamen uit een systeem waarin ze rechten toekenden zonder aanziens des persoon. Het gelijkheidsbeginsel was in dat systeem het leidende principe. Het voordeel was dat beleid (regels, voorzieningen) op basis van de gemiddelde kenmerken van een doelgroep gemaakt kon worden. En dat individuele zaken snel afgewikkeld konden worden. Het nadeel was dat er niet gekeken werd naar individuele behoeften en kansen. En dat niemand echt goed geholpen werd. Wat ook zorgde voor minder goede maatschappelijke effecten en te hoge kosten. Volop draagvlak dus voor wetswijzigingen.

De decentralisatie van taken is peanuts in vergelijking met de nieuwe verhouding tussen overheid en burgers, waarvan gemeenten de implicaties nog niet overzien.
Piet Hein Donner destijds vice-president van de Raad van State

‘Ieder het zijne’ is het omgekeerde van gelijkheid en nu het leidende principe. De betekenis daarvan wordt steeds groter. Gemeenten kennen volgens dit principe rechten toe met aanziens des persoon. Inwoners hebben nu recht op een gemeente die uitgaat van hun individuele behoeften en kansen. En die de inzet van regels en voorzieningen daarop afstemt, zelfs aan de kant legt als dat nodig is. Niet de afwijking, maar de toepassing van het gelijkheidsbeginsel betekent dat de gemeente zich in het nieuwe systeem moet verantwoorden: waarom heeft de gemeente in dit individuele geval niet afgeweken van de oplossing die iemand anders al kreeg?

De wendbare gemeente zeilt in de storm
De implicaties van ‘ieder het zijne’ beginnen in beeld te komen. Het brengt een geheel nieuwe rolopvatting van de gemeente teweeg. Het principe vraagt om een gemeente die complexiteit (van het individu, van de samenleving) niet inkadert, maar omarmt en als vertrekpunt neemt. Het vraagt om een ‘wendbare gemeente’ die met dynamiek en initiatieven vanuit de samenleving om kan gaan. Een netwerkende gemeente die creativiteit en co-creatie stimuleert bij ontwerp en uitvoering van oplossingen, niet alleen in de uitvoering, maar op alle niveaus. En heel bewust schakelt tussen klassieke en nieuwe rollen.

Kenmerkend voor de wendbare gemeente is continue verandering. Niet als doel op zich, maar om telkens in te spelen op wat nodig is. Door op te schalen en af te schalen. Door nieuwe oplossingen te stimuleren en oude oplossingen te ontmoedigen. En ook: door voor verandering benodigde competenties te ontwikkelen en in huis te halen, deels in eigen dienst, deels op flexibele basis. Mensen die begrijpen wat nodig is.

Maatschappelijke uitdagingen zullen blijven komen. Die ‘storm’ gaat niet meer liggen. In de nieuwe verhoudingen zijn het de gemeenten (niet het Rijk) die aan de lat staan om ze aan te pakken. Gemeenten gaan dat steeds meer doen vanuit een wendbare rol. Ingewikkelder dan de klassieke rol. En uitdagender voor de mensen die eraan willen trekken. Maar ook veel bevredigender. Want als het lukt, dan maak je een groter verschil. Wij tekenen ervoor.

Interesse in een goed gesprek over de wendbare gemeente?

Neem contact op met Kosha en maak een afspraak.

Mail Kosha