11-04-2022

Een korte levensverwachting door een lagere sociaal economische status

Als we het over gezond leven hebben gaat het vaak over eigen motivatie en wilskracht. Toch blijkt een goede gezondheid afhankelijk te zijn van veel meer factoren. Hierdoor staat een deel van onze samenleving helaas met 1 – 0 achter als het gaat om gezondheid.

De gezondheid van mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) is over het algemeen slechter dan de gezondheid van mensen met een hoge(re) SES1. In deze context bedoelen we met ‘gezondheid’ de afwezigheid van ziekte of lichamelijke klachten. SES refereert naar iemand positie op de maatschappelijke ladder. Dit wordt vaak gemeten door een combinatie van opleidingsniveau, inkomensniveau en beroepsniveau.

Sociaaleconomische gezondheidsverschillen zijn systematische verschillen in gezondheid en zijn afhankelijk van iemands positie in de maatschappij. De verschillen zijn zelfs zo groot dat de levensverwachting van mensen met een lage SES gemiddeld korter is. Burgers met basisonderwijs of een vmbo-opleiding leven gemiddeld 6 jaar korter gezondheid dan mensen met een hbo of universitaire opleiding2. Naast een kortere levensverwachting leven ze ook 15 minder in goed ervaren gezondheid.

Het verschil in gezondheid kan voor een deel worden verklaard doordat risicofactoren op het gebied van gezondheid vaker voorkomen bij mensen met een lage SES. Bij een hogere SES hoort vaak een hoger inkomen en daarmee een hogere gezonde levensverwachting. Dit heeft onder andere te maken met de kosten die zijn verbonden aan gezond leven: denk aan (gezonde) boodschappen, sportabonnementen en een gezonde woonomgeving. Daarnaast ervaren mensen met een praktische opleiding meer chronische stress, veroorzaakt door sociale en/of financiële problemen. Stress heeft een negatief effect op de gezondheid: het verhoogt de kans op verschillende ziekten 3,4 en heeft zelfs een negatieve invloed op cognitieve vermogens en vaardigheden om met problemen om te gaan56. Naast de financiële situatie en stress zijn er nog andere risicofactoren, zo wordt er over het algemeen meer gerookt door mensen met een praktische opleiding. Van de mannen tussen de 25-45 jaar met een basisonderwijs- of vmbo-diploma rookt bijvoorbeeld 52%, waar dit voor mannen van dezelfde leeftijd met een hbo- of universiteitsdiploma 22% is7. Daarnaast is er onder deze doelgroep niet altijd voldoende kennis over een gezonde leefstijl8, hierbij speelt ook laaggeletterdheid mee9.

Bovenstaande informatie roept bij mij een aantal vragen op. Kunnen we wel van mensen verwachten dat ze zowel de middelen als de motivatie hebben om hun gezondheid te verbeteren? Wanneer er interventies worden ingezet om de gezondheid te bevorderen, wat is er dan het meest nodig? Deze kennis heeft ook invloed op de acties die worden verwacht van mensen met schulden of een uitkering. Kunnen we verwachten dat zij de benodigde documenten op tijd opsturen wanneer hun situatie invloed heeft op hun cognitieve vaardigheden en probleemoplossend vermogen? Ik denk zelf dat de oplossing vaak ligt in maatwerk en het luisteren naar inwoners met deze problemen.

In mijn ervaringen binnen zowel opdrachten rondom armoede en bestaanszekerheid als gezondheidsbeleid zie ik dat er steeds meer aandacht komt voor de connectie tussen gezondheid en SES. Zo is er steeds meer aandacht voor de cognitieve effecten van (armoede)stress binnen beleid rondom schulden. Hier houden consulenten vervolgens rekening mee in de verwachtingen en eisen die er gesteld worden. Ook wordt er binnen gemeentes vaker gekeken naar het brede bereik van gezondheidsbeleid, bijvoorbeeld door middelen in te zetten waarmee volwassenen sportabonnementen kunnen bekostigen. Dit zijn een positieve ontwikkelingen waarbij het belangrijk is dat deze doorgezet en uitgebreid worden. Als we het over gezondheid hebben moeten we ons bewust blijven van het grijze gebied tussen omstandigheden en eigen verantwoordelijkheid. In gesprek blijven met inwoners over hun ervaring is hierbij van belang.

 

¹ Pharos, https://www.pharos.nl/factsheets/sociaaleconomische-gezondheidsverschillen-segv/
² Centraal Bureau voor de Statistiek. Gezonde levensverwachting; onderwijsniveau. Statline 2017. Beschikbaar via: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=83780NED&LA=NL
³ Pykkönen AJ, Räikkönen K, et al. Stressful life events and the metabolic syndrome. Diabetes Care. 2010; 1;33(2):378-384
4 Agyemang C, Goosen S, et al. Relationship between post-traumatic stress disorder and diabetes among 105,180 asylum seekers in the Netherlands. Eur J Public Health 2012;22(5):658- 662
5 Starcke K, Brand M. Decision making under stress: a selective review. Neuroscience & Biobehavioral Reviews. 2012;36(4):1228-1248.
6 Mullainathan S & Shafir S. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Maven Publishing. 2013.
7 Centraal Bureau voor de Statisitiek. Leefstijl en preventie: geslacht, leefstijl, persoonskenmerken: rookstatus. Statline 2018. Beschikbaar via: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83385NED/table?dl=C9D4
8 Heijmans M, Brabers A, et al. Health literacy in Nederland. Utrecht: NIVEL, 2018.
9 https://www.lezenenschrijven.nl/wat-doen-wij/oplossing-voor-je-vraagstuk/laaggeletterdheid-en-gezondheid

Meer weten?

Neem dan contact op met onze Nauturiaan Randi van Otterloo.

Mail Randi