04-12-2019Lisette’s lessen
Evaluatie Participatiewet: afrekening of inspiratiebron?
Het Sociaal en Cultureel Planbureau bracht op 19 november 2019 de Eindevaluatie van de Participatiewet uit. Boodschap: de invoering van de Participatiewet heeft nauwelijks geleid tot een verhoging van de baankansen, zoals werd beoogd met de wet. Moet het Rijk terug naar de tekentafel? Of kunnen we de resultaten ook gebruiken als inspiratiebron voor het verbeteren van beleid en uitvoering?
De Participatiewet heeft nog niet gebracht wat ervan werd verwacht, aldus het SCP in hun Eindevaluatie van de Participatiewet. Voor jonggehandicapten zijn de baankansen wel enigszins verbeterd. Tegelijkertijd is hun inkomenspositie verslechterd. Jonggehandicapten zijn vaker aan het werk, maar ze hebben ook minder recht op een uitkering.
Voor de Wsw-doelgroep (de groep die op 1 januari 2015 op de wachtlijst stond) zijn de kansen op werk afgenomen. Als zij wel werken is dat vaker in tijdelijke banen. De ‘klassieke bijstandsgerechtigde’ heeft wel meer baankansen, maar het gaat vaker om korte contracten met een beperkte omvang waarin meteen gepresteerd moet worden. Voor veel mensen is die stap vanuit de bijstand te groot.
Zijn dit nu echt onverwachte uitkomsten?
Voor een deel in ieder geval niet. Dat minder jonggehandicapten een beroep kunnen doen op een uitkering is een bedoeling geweest van de Participatiewet. Of om preciezer te zijn: van de gelijktijdig daarmee doorgevoerde aanscherping van de toegang tot de Wajong.
Waar gemeenten tot 1 januari 2015 nog zo’n 25.000 euro per jaar konden inzetten om één inwoner met een Wsw-indicatie een betaalde baan te bieden, was dat na die datum vrijwel naar nul teruggebracht, met een uitzondering voor de veel kleinere doelgroep die is aangewezen op beschut werk. Is het dan onverwacht dat deze doelgroep minder snel aan het werk komt?
Ook het gemiddelde budget dat gemeenten beschikbaar hebben voor het ondersteunen van andere doelgroepen onder de Participatiewet (bij werk, maar ook bij schulden en andere problematiek) is sinds 2015 veel lager dan daarvoor. En ook al mogen gemeenten hun middelen in het sociaal domein breed inzetten: ook op andere onderdelen is sprake van schaarste.
Gemeenten kunnen veel doen om mensen te helpen bij het verkleinen van hun afstand tot de arbeidsmarkt. Toch zijn er ook ontwikkelingen op de arbeidsmarkt waar gemeenten beperkt invloed op hebben. Denk aan polarisering, robotisering en flexibilisering. Natuurlijk is het voor gemeenten mogelijk (en verstandig) om in te spelen op deze ontwikkelingen, maar ombuigen is in mijn ogen wel veel gevraagd.
Zijn er dan geen lichtpuntjes?
Die zijn er volgens mij wel. Dat vindt het SCP overigens ook. De trends in gerealiseerde plekken beschut werk, de aanpak van jonggehandicapte nuggers en aantallen banen in de banenafspraak vormen reden tot enig optimisme. En kijken we naar de toekomst, dan vormen de trends in het aantal bijstandsuitkeringen en de instroomcijfers van de Participatiewet ook een verwachtingsvol beeld. Tussen januari 2015 en augustus 2019 daalde het aantal bijstandsuitkeringen met 3,7%. Daarnaast lag de instroom van nieuwe klanten in het eerste kwartaal van 2019 maarliefst 40% lager dan in het eerste kwartaal van 2015.
Op het Divosa Najaarscongres vorige week liet staatssecretaris Tamara van Ark weten open te staan voor verbeteringen in wetgeving. Interessant voor gemeenten om hier invloed op uit te oefenen en te volgen welke verbeteringen dit traject gaat opleveren.
Integreren, omdenken en kantelen
Ondertussen is er de praktijk van vandaag. Er zijn gemeenten die beter presteren dan anderen. Gemeenten die uitvoeringspraktijk van bijvoorbeeld Wmo, schulddienstverlening en Participatiewet dichter bij elkaar brengen, zoals de gemeente De Fryske Marren. Of gemeenten die vanwege tegenvallende resultaten van de Wet inburgering zelf zoeken naar manieren waarop het beter kan, zoals de gemeente Harderwijk. Of gemeenten zoals Meppel, die omdenken en hun aanpak kantelen.
Die goede voorbeelden pleiten er wat mij betreft voor dat we de evaluatie van de Participatiewet beschouwen als nieuwe inspiratie voor verbeteringen in de toekomst. Of zoals mij vroeger werd geleerd: Aken en Keulen zijn niet op een dag gebouwd. Goed werk vereist tijd en geduld. Dat geldt ook voor de opgaven van de Participatiewet.
Wat is volgens jou de kern van de eindevaluatie?
Deel je gedachten en ideeën met Lisette!