16-12-2020Column
Help, mijn Rijk is klusser!
Zappend blijf ik bij het reality-programma ‘Help, mijn man is klusser!’ hangen. In beeld staat een vermoeide vrouw. Het huilen staat haar nader dan het lachen. De renovatie waarin ze is gevangen is gestrand op een klussende man met zelfoverschatting, geldgebrek, tekortschietende praktische vaardigheden en te weinig tijd. Gelukkig is er de presentator met zijn handige klusteam om de boel weer recht te trekken. Mijn gedachten dwalen af naar de decentralisaties in het sociaal domein. Dat is niet zo vreemd als het lijkt.
Het Rijk is de afgelopen jaren immers flink aan het klussen geweest en heeft een flinke verbouwing van de verhouding tussen rijk en gemeenten ingezet. Al in 1980 werd door de architecten van het kabinet Van Agt de Decentralisatienota opgeleverd, met daarin de bouwstenen voor de decentralisatieoperaties in de jaren daarna.
In het ontwerp stonden ronkende ambities: we pakken maatschappelijke problemen beter aan door integraal te gaan werken, beleid wordt beter afgestemd op de lokale omstandigheden, we worden slagvaardiger en efficiënter en onze besluitvorming verloopt democratischer.
Geen wonder dat de mouwen werden opgestroopt voor de grote verhuizing van taken van het Rijk naar de gemeenten. In het sociaal domein leidde dit tot de invoering van de nieuwe Wet sociale werkvoorziening (nWsw) in 1998, de Wet werk en bijstand (Wwb) in 2004 en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007. Maar 2015 mag met recht het jaar van de decentralisaties in het sociaal domein worden genoemd. In dat jaar werden immers de Participatiewet, de Wmo 2015 en de Jeugdwet ingevoerd.

Vijf jaar na dato constateert het SCP[1] dat de ambities rond de decentralisaties in het sociaal domein nog niet zijn ingelost. Dat zat er al aan te komen. Als aan het eind van de vorige eeuw de decentralisatie-balans wordt opgemaakt, blijkt al dat ze vooral zijn bedoeld om de doelen van het Rijk te dienen. Zo moet men bezuinigen, wil men af van bureaucratische rompslomp of worden decentralisaties doorgevoerd, omdat dat nu eenmaal bij de kabinetsformatie is afgesproken[2].
Dat blijkt ook bij de decentralisatieoperaties uit 2015. De bezuinigingsdrift als gevolg van de kredietcrisis was de belangrijke motor achter de snelheid en de omvang van de decentralisaties. De VNG speelde de rol van de ontvankelijke vrouw die maar al te graag een gerenoveerd huis wilde. Een huis waarin zij de eerste overheid is. Een huis waarin inwoners op maat worden bediend. Een betaalbaar huis.
Wat werd ze teleurgesteld. Het klusminnende Rijk had te lege zakken om de verbouwing goed te kunnen realiseren. Had nauwelijks oor voor de waarschuwingen vanuit het hele huis van Thorbecke. Wilde eigenlijk zoveel mogelijk zelf doen en zelf bepalen. Had erg veel haast om de klus aan te pakken. Gevolg is dat de verbouwing is gestart, maar niet afgemaakt wordt. Oftewel: ‘Help, mijn Rijk is klusser!’
En daar staan de gemeenten nu. Als de kluswijzere vrouw, gevangen in een ‘doe-het-zelf’ realitysoap, waarin je eigenlijk geen rol wil hebben. Neerslachtig in halfslachtigheid. Halfslachtigheid, omdat lokaal maatwerk moet wedijveren met de bezuinigingsdoelen van het Rijk. Halfslachtigheid, vanwege het feit dat veel taken niet lokaal, maar nog steeds (verplicht) regionaal moeten worden opgepakt (waardoor ook nog eens de positie van de gemeenteraad wordt ondermijnd). Halfslachtigheid, aangezien de beloofde beleidsvrijheid aan alle kanten wordt ingeperkt.
Er is hulp nodig. Hulp om de gestrande verbouwing toch nog tot een goed einde te brengen. Dat kan door gemeenten mee te laten praten bij het schrijven van een nieuw Regeerakkoord in 2021, zeker als het gaat over verder decentraliseren. Dat kan door voldoende middelen beschikbaar te stellen voor de opgaven waarvoor de gemeenten staan. Dat kan door meer oog te hebben voor de uitvoering en niet te blijven hangen in abstracte beleidstheorieën. Dat kan door te erkennen dat elke decentralisatie-operatie een enorme veranderopgave is.
Het wordt hoog tijd voor een vastberaden klusteam om de verbouwing weer in gang te trekken: er ligt immers een forse sociaal maatschappelijke opgave in het verschiet.
Doorpraten naar aanleiding van deze column?
Stuur Marcel dan een mailtje en maak een afspraak!