Werken met doelgroepen
Een doelgroepenaanpak vind je overal in het sociaal domein terug. Ook binnen vroegsignalering is dit belangrijk. De situatie van een jongere, die bijvoorbeeld nog thuis woont en een achterstand heeft op de zorgverzekering, ziet er anders uit dan een ondernemer met een terugval in omzet. Dit verschil in situatie is belangrijk op twee manieren. Als eerste in de manier waarop je naar de signalen van vaste lasten partners (VLP’s) kijkt. En als tweede in de manier waarop je de doelgroep benadert. In dit whitepaper zoomen we verder in op verschillende doelgroepen en hoe je hen als gemeente het beste kan ondersteunen.
Doelgroep 1: jongeren
De groep jongeren[2] vormt een aparte doelgroep. Jongeren hebben over het algemeen een laag of wisselend inkomen. Ook hebben ze een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Hierdoor ontbreekt vaak een financiële buffer. Elke (onverwachte) rekening kan daardoor leiden tot een problematische schuld. Daarnaast weten jongeren vaak niet de weg naar hulpverlening. Schuldenstress kan hun ‘doe-vermogen’ en motivatie negatief beïnvloeden. Dit kan op lange termijn leiden tot een negatief domino-effect op andere levensterreinen. Denk aan de gevolgen voor werk, studie en zelfs sociale uitsluiting. Dat brengt jongeren in een kwetsbare positie.
Binnen vroegsignalering is het dan ook aan te raden anders te kijken naar deze doelgroep. Het kan namelijk voorkomen dat een jongere nog thuis woont, maar wel financiële problemen heeft. Een signaal van een huurachterstand zal in dit geval dus niet naar boven komen. Een signaal van de zorgverzekeraar moet je voor deze doelgroep juist wél extra serieus nemen. Het is belangrijk om je dit te realiseren als je de signalen rondom vroegsignalering inricht. Je kan daarvoor leeftijd meenemen in het vaststellen van de prioriteit van signalen.
In de monitor Vroegsignalering[3] van Divosa komt naar voren dat jongeren niet minder hulp accepteren dan volwassenen, maar wel minder goed te bereiken zijn. Vanwege het beperkte bereik is het belangrijk om deze groep extra aandacht te geven. Er zijn specifieke manieren om deze doelgroep toch in beweging te krijgen. Outreachend werken[4] is vooral effectief voor jongeren. Zo kun je er als gemeente bijvoorbeeld voor kiezen om bij jongeren direct op huisbezoek te gaan. Deze manier van outreachend werken is duurder, maar is vanwege de effectiviteit toch een ‘must’.
Een voorbeeld: schuldhulpverlening en jongerenwerker samen op pad
De gemeente Nijmegen zet specifiek in op jongeren. Nijmegen doet dit door vroegtijdig in contact te komen onder het motto vroeger, sneller, beter. Zowel een schuldhulpverlener als een jongerenwerker gaan dan samen op pad. Beiden spreken hier hun eigen expertise aan om de jongere op verschillende leefgebieden ondersteuning te bieden. Wanneer de jongere hulp wil bij zijn financiën, neemt de schuldhulpverlener het voortouw. In een aantal duidelijke afspraken helpt deze professional de jongere verder op weg. De reguliere jongerenwerker kijkt juist naar participatie, opleiding en de gezinssituatie. Uit het huisbezoek kan ook blijken dat er sprake is van problematische schulden. In dat geval is er intensievere hulp nodig. Dan verwijst de schuldhulpverlener de jongere via een warme overdracht naar specifieke ondersteuning aan jongeren, zoals Opjezelf[5]. Zo kan de jongere in elke situatie een beroep doen op professionele hulp.