Het Richtinggevend kader als uitgangspunt
In mijn onderzoek gebruikte ik het Richtinggevend kader als thermometer van hoe de gemeente er momenteel voorstaat in relatie tot landelijke kaders. Dit document beschrijft 13 bouwstenen voor een stevig lokaal team. Deze kenmerken zijn gebaseerd op landelijke kaders vanuit bijvoorbeeld de Hervormingsagenda Jeugd, het Integraal Zorgakkoord, het Gezond en Actief Leven Akkoord en het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming.
Volgens het Richtinggevend kader ziet een stevig lokaal team er als volgt uit:
Dicht bij de inwoner
Het is een team dat dicht bij de inwoner staat. Het team werkt vanuit een eenvoudig(er) systeem, met de inwoner als uitgangspunt. Ook is dit een laagdrempelig team, benaderbaar en toegankelijk voor de inwoner. Daarnaast staat dit team in verbinding met de sociale basis. Het lokale team is op de hoogte van het aanbod, denkt mee in de doorontwikkeling hiervan en verwijst hier regelmatig naar toe. Een nauwe verbinding tussen beleid en uitvoering staat aan de basis van zo’n team. De uitvoeringspraktijk vormt de basis voor beleid.
Integraal werken
Ook werkt dit team integraal. Professionals in de lokale teams voeren een brede analyse uit om de hulpvraag van een inwoner in kaart te brengen. Zij verrijken hun kennis over verschillende leefgebieden door nauw samen te werken met specialisten vanuit verschillende disciplines. Het contact tussen de inwoner en het team blijft laagdrempelig, ook na de inzet van specialistische hulp. Ook biedt dit lokale team beschikkingsvrij zelf basishulp, in plaats van dat zij alleen doorverwijzen. Vormen van basishulp die zij bieden zijn bijvoorbeeld psycho-educatie, lichte opvoedondersteuning en hulp bij financiën.
Opereren met mandaat
Een stevig lokaal team is gemachtigd om over gemeentelijke domeinen heen te werken. Waar onveiligheid speelt, blijft het lokaal team betrokken en zet zich met behulp van partners in om de veiligheid te vergroten. Verder maken professionals uit dit team, samen met beleid en bestuur, constant de afweging welk antwoord op een hulpvraag passend en nodig is, gezien de schaarste aan mensen en middelen.
Een weerbarstige praktijk
Bovenstaande kaders lijken op het eerste gezicht duidelijk en overzichtelijk. De praktijk is weerbarstig, merk ik in mijn onderzoek. Het wordt me nog duidelijker wat voor een uitdaging de professionals in de praktijk elke dag aangaan. Aan de ene kant heeft de gemeente een zorgplicht en moet het lokale team laagdrempelig en benaderbaar zijn. En aan de andere kant nemen de kosten op jeugdhulp steeds verder toe. Steeds meer jeugd heeft ondersteuning nodig om zich staande te houden in de huidige maatschappij. Er moet bezuinigd worden. Normaliseren is het credo.
Als maatschappij zijn we zoekende in hoe we de jeugd het best kunnen ondersteunen. Sharon Stellaard laat dit maar al te duidelijk zien in haar proefschrift over Boemerangbeleid. Juist daarom is het zo belangrijk dat we als gemeenten de lokale teams – als belangrijke schakel in de (jeugd)hulp – goed vormgeven en kritisch kijken naar wat er beter kan. Professionals handvatten te bieden die ondersteunen in de uitdagende beslissingen die ze dagelijks maken.
Hoe verder?
In mijn onderzoek constateer ik dat de middelgrote gemeente al veel moois heeft neergezet: zo werkt het team met functies als een praktijkondersteuning huisartsen, schoolmaatschappelijk werkers en wijkverpleging. Ook worden laagdrempelige hulpvragen opgepakt door jongerencoaches. Andere mooie ontwikkelingen zijn dat de professionals getraind zijn in de Doorbraakmethode en er gewerkt wordt met JIM (Jouw Ingebrachte Mentor) en Steungezinnen.
De gemeente heeft ook nog stappen te zetten. Zoals het verder verstevigen van de sociale basis en het benutten van het sociaal netwerk van inwoners. Ook kan het lokale team zelf meer basishulp gaan verlenen, zoals psycho-educatie en opvoedondersteuning. We staan voor de uitdaging om in deze verbeterslag de wensen vanuit de lokale politiek, uitvoering en beleid mee te nemen, én in lijn te lopen met regionale ontwikkelingen op dit gebied.
Samen met de uitvoering, beleid en bestuur maak ik op basis van mijn onderzoek een implementatieplan. Hierin werken we uit hoe de gemeente de verbetermogelijkheden concreet vormgeeft. Op deze manier slaan we een brug tussen de abstracte kaders en de specifieke context en behoeften van de gemeente.
Onderzoek uit de inleiding: Eigenwijs transformeren