16-07-2021

Over mooie woorden en spaarzame duiten

In al het corona geweld van maart vorig jaar is het rapport van het CPB en CBS over de brede baten van werk een beetje ondergesneeuwd geraakt. Onterecht. In dat rapport becijferen de rekenmeesters van beide instituten namelijk dat het begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking maatschappelijk veel oplevert. Investeren in Sociale Ontwikkelbedrijven kan dus lonen.

CPB en CBS schatten de totale besparingen van de arbeidstoeleiding van mensen met een arbeidsbeperking op ongeveer vijfduizend euro per persoon per jaar. Dit lijkt een minimum inschatting te zijn voor de totale materiële baten, omdat eventuele besparingen op algemene WMO-voorzieningen en sommige schadeposten van criminaliteit niet in de berekeningen zijn meegenomen. Deze vijfduizend euro per persoon komt boven op de directe baten van lagere uitkeringslasten (voor de bijstand ongeveer veertienduizend euro per jaar per bijstandsgerechtigde). Naast de materiële baten levert de begeleiding van mensen met een arbeidsbeperking ook immateriële baten op. Mensen voelen zich gelukkiger en zijn minder negatief over veel aspecten van hun leven, zo blijkt uit onderzoek van het SCP.

Veel redenen dus om in te zetten op begeleiding van mensen met een arbeidsbeperking. Afgelopen januari heeft de Tweede Kamer een initiatiefnota van CDA en SP omarmd om te bouwen aan een netwerk van Sociale Ontwikkelbedrijven met de volgende kenmerken:

    • geeft werk, begeleiding en ontwikkelmogelijkheden voor mensen met een beperking;
    • biedt een plek waar mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt terecht kunnen voor bemiddeling of begeleiding naar werk en voor het behalen van praktijkcertificaten of andere scholingsmogelijkheden;
    • biedt een ruim aanbod aan werksoorten/werkleerlijnen waarbij meerdere werksoorten tevens een leerwerkbedrijf vormen;
    • helpt werkgevers die mensen met een beperking een baan willen bieden en vormt een aanspreekpunt voor onderwijsinstellingen;
    • beschikt over een basispakket aan instrumenten voor werkgevers, zoals: detacheringsfaciliteit als directe plaatsing (nog) niet haalbaar is, ontzorging en ondersteuning van werkgevers, inzetten van jobcoach;
    • bespreekt het aanbod van werksoorten en certificaten met de werkgevers, werknemers en de ondernemingsraad;
    • betaalt werknemers volgens een landelijke CAO, regelt inspraak en heeft een onafhankelijk aanspreekpunt dat laagdrempelig toegankelijk is voor vragen en klachten van werknemers.

Stuk voor stuk goede en relevante punten. Over één ding heeft de Tweede Kamer echter nog geen ei gelegd: de financiering van de Sociale Ontwikkelbedrijven. En daar zit ‘m juist de kneep. Het CPB is gevraagd te onderzoeken hoeveel extra geld er nodig is om mensen met een beperking aan de slag te helpen. Wellicht helpt het hierbij om niet alleen de kosten van Sociale Ontwikkelbedrijven onder de loep te nemen, maar ook te kijken naar de (verwachte) baten.

Arbeidstoeleiding van mensen met een arbeidsbeperking levert gemeenten besparingen op in de vorm van besparingen op uitkeringen. Alle redenen dus om hier vanuit gemeenten op te investeren. Een aanzienlijk deel van de bredere baten van dit beleid slaat echter niet primair neer bij gemeenten. Zo hebben gemeenten van de besparingen op GGZ en criminaliteit veel minder profijt, want deze materiële baten komen terecht bij zorgverzekeraars en het Rijk. Ook de immateriële baten, bijvoorbeeld in de vorm van een betere geestelijke gezondheid, komen niet bij de gemeente terecht.

Alle mooie plannen ten spijt, de financiering van Sociale Ontwikkelbedrijven wordt de beslissende factor voor het goed van de grond krijgen van dit initiatief. Als samenleving zullen we snel moeten bepalen hoeveel geld we over hebben voor het aan het werk houden en krijgen van mensen met een arbeidsbeperking. Dat zal de landelijke politiek moeten doen in de aanloop naar een regeerakkoord en dat zullen de gemeenten moeten doen in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Ook andere belanghebbenden zoals (zorg)verzekeraars zouden vanuit schadelastbeperking financieel moeten bijdragen. Ondernemers zouden moeten bijdragen op het moment dat de afspraken vanuit de banenafspraak niet (kunnen) worden ingevuld. Alleen dan kan worden voorkomen dat het blijft bij mooie woorden.

Meer over dit onderwerp lezen?