Aanpak Kinderopvangtoeslagaffaire in Nieuwegein

Vorige maand schreef collega Lieke over de toeslagenaffaire. Zij liet zien hoe groot de gevolgen kunnen zijn als de Rijksoverheid tekortschiet. Hierbij gaf zij ook aan dat er oplossingen zijn om dit te voorkomen. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de financiële compensatie aan gedupeerden. Gemeenten hebben een rol gekregen bij het bieden van ondersteuning op de vijf leefgebieden wonen, financiën, werk/dagbesteding, gezondheid, gezinssituatie aan gedupeerden als gevolg van de kinderopvangtoeslagaffaire (hierna: toeslagenaffaire).

Als adviseur Armoedepreventie en Schuldhulpverlening ben ik in de gemeente Nieuwegein verantwoordelijk voor de coördinatie van de gemeentelijke ondersteuning aan gedupeerden in de toeslagenaffaire. Ik neem je graag mee in hoe wij zijn omgegaan met deze taak binnen de gemeente Nieuwegein.

Inzet in Nieuwegein
De gemeente Nieuwegein zet professionals in als contactpersonen, om zo de gedupeerde ouders te ondersteunen. Hiervoor hebben wij een steunpunt toeslagenaffaire ingericht. Nieuwegein heeft ervoor gekozen om de gedupeerden eerst te informeren over het proces en daarmee de verwachtingen te managen. Dit doen we door hen eerst een brief te sturen, zodat zij kunnen verwachten dat wij hen gaan benaderen. Vervolgens wordt er telefonisch contact gezocht met de mogelijk gedupeerde. Hierbij wordt een vrijwillig aanbod tot ondersteuning vanuit de gemeente geboden. De contactpersoon biedt een luisterend oor en laat de gedupeerde zijn/haar verhaal doen. Als de gedupeerde aangeeft extra ondersteuning nodig te hebben, bekijken de contactpersoon en de gedupeerde gezamenlijk welke (aanvullende) ondersteuning nodig is. Hiervoor stelt de contactpersoon een Plan van Aanpak op. In het Plan van Aanpak wordt het ondersteuningstraject stap voor stap uitgewerkt. De betreffende professionals in het ondersteuningstraject gaan vervolgens aan de slag met de ondersteuning van de gedupeerde.

Collega Lieke gaf adviezen over hoe de gemeente om zou moeten gaan met een toeslagenaffaire. Per advies geef ik aan hoe de gemeente Nieuwegein dit oppakt.

Verplaats je in de situatie
Ten eerste is er gekozen voor een Steunpunt met een drietal vaste contactpersonen. Allen met een eigen expertise (een generalist van de uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen Lekstroom, een medewerker van het sociaal team en een medewerker van het lokaal werkteam). Vanuit het belang van gedupeerden is het goed om te werken met een vast aanspreekpunt. De contactpersoon heeft contact met de gedupeerde en kent zijn/haar verhaal, hierdoor bouwen ze aan een vertrouwensband. Door de functie die de contactpersonen van het steunpunt hebben, zijn zij daarnaast goed op de hoogte van de lokale sociale kaart. Door deze scharnierfunctie kan de contactpersoon snel schakelen en de weg vinden naar de relevante partners die de ouders waar nodig verder kunnen helpen met hun hulpvraag.

Doordat we inwoners pro-actief benaderen, komen we eerder achter hun hulpvraag en weten we inwoners te bereiken en hun vertrouwen te winnen die we zonder deze benadering niet bereikt hadden. Hierdoor is het de moeite en tijd die we hierin hebben gestopt dubbel waard.

Maak maatwerk mogelijk
Om maatwerk mogelijk te maken is met de leden van het Steunpunt en een regievoerder/coördinator een wekelijks casuïstiek overleg geïntroduceerd. De regievoerder is hierbij een ‘spin in het web’. De regievoerder coördineert de verschillende processen uit de uitvoering van het Plan van Aanpak. Daarnaast is de regievoerder het beleidsmatig aanspreekpunt voor de gemeente (zowel ambtelijk als bestuurlijk) en voor externe stakeholders (o.a. VNG, Belastingdienst en ketenpartners).

De contactpersonen van het steunpunt brengen knelpunten in casussen, obstakels in contacten met andere organisaties, of onduidelijkheden in regels vanuit de Rijksoverheid & VNG naar boven. Deze worden eerst gezamenlijk besproken en opties worden gezamenlijk afgewogen. Deze afstemming is bedoeld om de losse processen van gedupeerden te stroomlijnen en mogelijke obstakels tijdig te signaleren. Dit heeft erin geresulteerd dat wij voor elke casus een passende oplossing hebben kunnen vinden. Juist door soms te kiezen voor een alternatieve oplossing, wisten we wel het gewenste effect op te leveren en de inwoner daarmee te helpen.

En nu doorzetten..
Sinds 1 september de Belastingdienst de rol van gemeenten deels over. Mensen die zich sinds september melden als gedupeerde worden nu eerst door de Belastingdienst geholpen. En pas als zij een ondersteuningsvraag hebben voor de gemeente, worden zij doorverwezen. Hierdoor kunnen wij als gemeente meer gaan nadenken over de nazorg van deze inwoners.

Het is nu van belang om de gedupeerden die het nodig hebben de (extra) ondersteuning te blijven bieden, waar nodig hun schulden kwijt te schelden en ook de nazorg goed in te regelen.

We moeten niet alleen voor deze doelgroep maatwerk bieden, omdat zij (mogelijk) gedupeerd zijn. De leefwereld van de burger moet ook centraal blijven staan in al het beleidswerk dat wij doen en alle ondersteuning die wij bieden. Dit geldt niet alleen voor gemeenten, maar juist ook voor andere overheidsorganisaties zoals ministeries, provincies en uitvoeringsorganen. Zo hoeven wij hopelijk in de toekomst niet weer het vertrouwen van inwoners te repareren, maar weet de inwoner dat hij op de overheid kan vertrouwen als hij nog eens ondersteuning nodig heeft.

Meer weten?

Stuur een mailtje naar Joost Strijtveen en hij vertelt graag meer!

Mail Joost