Alle inburgeraars in beeld
U heeft het al vaker op deze website gelezen: op 1 januari 2022 treedt de nieuwe Wet inburgering in werking. Gemeenten zijn druk bezig met de voorbereidingen op deze nieuwe wet. Met als doel dat inburgeraars straks beter en sneller inburgeren. Maar inburgeraars, wie zijn dat eigenlijk? En vergeet u als gemeente geen inburgeraars? In dit artikel neem ik u mee in de diversiteit van de groep inburgeraars en waarom het belangrijk is om hier als gemeente oog voor te hebben.
Asielstatushouders
De groep inburgeraars waar (bijna) iedereen een beeld bij heeft, is de groep asielstatushouders. Asielstatushouders verblijven, voordat zij naar de gemeente verhuizen, in een AZC. Wanneer zij een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ontvangen, worden zij gekoppeld aan de gemeente. Een asielstatushouder kiest er dus niet zelf voor om in uw gemeente te komen wonen! Soms kent hij of zij nog niemand in uw gemeente. Zodra de asielstatushouder aan uw gemeente is gekoppeld, kijkt u (wellicht samen met woningcorporaties) naar mogelijke woonruimte. Zodra dit is gevonden kan de asielstatushouder naar uw gemeente verhuizen.
Asielstatushouders zijn de primaire doelgroep van de Wet inburgering. Het meeste inburgeringsaanbod is dan ook gericht op asielstatushouders. Dit betekent niet dat de asielstatushouders als één grote groep gezien kunnen worden. De groep is divers qua land van herkomst, afgeronde opleiding(en), werkervaring, mate van zelfredzaamheid, leeftijd, sociaal netwerk, vluchtverhaal, verblijf in het AZC etc. En al deze aspecten hebben invloed op iemands inburgering.
Nareizigers
Nareizigers zijn asielstatushouders die zich in Nederland vestigen bij hun partner. Deze partner heeft ook een asielstatus voor bepaalde tijd. Daarmee zijn zowel de partner als de nareiziger inburgeringsplichtig. Daarmee zijn natuurlijk de achtergronden niet hetzelfde. Zo kan het zijn dat de nareiziger een stuk korter in het AZC verblijft.
Dit maakt het opstartproces voor nareizigers vaak anders: een overdracht van het COA naar de gemeente is wellicht niet noodzakelijk aangezien nareizigers niet of zeer kort in een AZC verblijven. Ook hoeven nareizigers niet financieel ontzorgt te worden. Dit houdt niet in dat u als gemeente niet hoeft te kijken waar de nareizigers goed mee geholpen zijn. Het financieel ontzorgen is wellicht niet nodig, maar een cursus over hoe het financiële systeem in Nederland werkt kan wél handig zijn. Zorg hierbij dan ook voor maatwerk en sluit aan op de behoeften van ‘de inburgeraar’.
Gezinsmigranten
Gezinsmigranten zijn migranten die in Nederland komen wonen bij hun Nederlandse partner (of ander familielid). Dit maakt gezinsmigranten een andere groep dan nareizigers, zij vestigen zich immers bij een partner die een asielstatus heeft. Dat is voor de gezinsmigranten niet het geval.
Een gezinsmigrant bereidt zich in het land van herkomst al voor op de reis naar Nederland. En komt in Nederland terecht in een sociaal netwerk. De basis van gezinsmigranten wijkt hiermee sterk af van de basis van asielstatushouders. Daarnaast zijn gezinsmigranten op dit moment beperkt in beeld bij de gemeente: de meesten ontvangen geen bijstandsuitkering. Daarmee komen gezinsmigranten alleen in het kader van het Participatieverklaringstraject in contact met de gemeente.
Dit betekent echter niet dat gezinsmigranten alles zelf kunnen, of zouden moeten, organiseren. Als gemeente heeft u ook een verplichting richting hen, alleen is deze kleiner dan de verplichting richting asielstatushouders. Voor sommige gezinsmigranten is dit prima. Andere gezinsmigranten zouden wellicht wat meer ondersteuning kunnen gebruiken. Denk hierbij aan een uitgebreide intake om een passend inburgeringstraject op te stellen, het borgen van de kwaliteit van het taalonderwijs van gezinsmigranten of het voeren van regelmatige voortgangsgesprekken.
Ex-AMV’ers
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen die een asielstatus hebben en achttien jaar worden zijn kwetsbaar. Vanaf hun achttiende verjaardag vervallen de voorzieningen die zij daarvoor kenden en wordt van hen verwacht dat zij zelfstandig kunnen leven. De overgang is echter groot en daardoor kunnen problemen ontstaan.
Wanneer u als gemeente het ‘standaard inburgeringsaanbod’ voor hen beschikbaar stelt, kan het zijn dat dit niet goed aansluit bij wat zij nodig hebben. Zo leven bij ex-AMV’ers soms specifieke problemen: zoals een late betaling van de scholierentegemoetkoming en studiefinanciering. Het standaard inburgeringsaanbod sluit hier mogelijk niet goed op aan. Daarnaast wonen ex-AMV’ers a langer in Nederland en daarmee hebben ze wellicht al kennis opgedaan over sommige zaken in Nederland. Denk bijvoorbeeld aan het Nederlandse financiële systeem: die hoeft wellicht niet volledig te worden uitgelegd.
Kortom: dé inburgeraar bestaat niet. Het begrip is breder dan de groep asielstatushouders. Heb daarom oog voor alle inburgeraars en specifiek voor iemands individuele wensen, vaardigheden en (start)positie. Dit helpt om beter invulling te geven aan het persoonlijke inburgeringstraject. Met als resultaat: ingeburgerde en participerende inwoners van uw gemeente die tevreden terugkijken op hun inburgeringsperiode, waarin ze als mens werden gezien en waarin werd meegedacht over hoe zij zich zo goed mogelijk konden ontwikkelen.