De stip op de horizon

Deze week is het bericht gekomen dat de invoering van de Omgevingswet toch niet zal plaatsvinden op 1 juli 2022, maar dat deze wederom wordt uitgesteld. De Omgevingswet is een majeure wijziging en bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Een onderwerp waarbij je misschien niet gelijk aan het sociaal domein denkt.

Toch zijn er heel veel raakvlakken tussen iets ‘ruimtelijks’ als de Omgevingswet en het sociaal domein. Want de waterkwaliteit is ook relevant voor de volksgezondheid, en het aantal woningen betekent ook wat voor het voorzieningenniveau van een gemeente. Of denk aan het vinden van een locatie voor een nieuw schoolgebouw. Daarbij gaat het vooral om stenen, fietspaden en veiligheid. De energietransitie en energiearmoede. Of speeltuinen en groene leefomgeving voor een gezonde omgeving voor kinderen. Zo zijn er talloze voorbeelden.

In de systeemwereld van gemeenten worden het ruimtelijke domein en het sociaal domein vaak van elkaar gescheiden. De Omgevingswet verplicht gemeenten om een visie op de leefomgeving (Omgevingsvisie) op te stellen. Echter, voor de realiteit van inwoners is de fysieke leefomgeving niet anders dan de sociale leefomgeving. Tel daarbij op dat de vraagstukken van het sociaal domein ook het ruimtelijke domein raken en andersom, en je kunt je afvragen of een Omgevingsvisie die alleen over de fysieke leefomgeving gaat niet een visie moet zijn die over beide gaat.

Een integrale visie
Geen Omgevingsvisie dus maar een visie over sociaal en ruimtelijk domein. Om echt integraliteit te borgen is het niet zo simpel als de visies over twee domeinen onder elkaar zetten. Want, zoals hierboven gesteld, de vraagstukken raken elkaar en de inwoner ervaart beiden op hetzelfde moment. Hoe zorg je vervolgens voor een kader waarin deze thema’s samen komen? Wanneer je uitgaat van één van de twee loop je het risico dat het kader overwegend ruimtelijk dan wel sociaal is.

In de gemeente waar ik het project integrale visie op de leefomgeving doe, is gekozen voor een bestaand kader. De sustainable development goals (SDG), ook wel de duurzame ontwikkeldoelen. Deze globale doelen zijn in 2015 door de VN vastgesteld. Heel veel overheden, waaronder de Nederlandse regering, hebben zich geëngageerd om deze zeventien doelen te halen. En een groot deel van de zeventien doelen hebben directe of indirecte invloed op het werk dat gemeenten uitvoeren. (Denk aan: 1. geen armoede, 6. schoon water en sanitair of 10. ongelijkheid verminderen.)

Deze zeventien doelen zijn globaal vastgesteld. Je kunt je voorstellen dat er een vertaalslag gemaakt moest worden van de globale SDG’s naar de lokale situatie. De VNG biedt daar al een aantal handige tools voor, zoals een beleidstoetsing aan de SDG’s. Of een vertaling van de SDG’s voor gemeenten en het opstellen van een Omgevingsvisie, waarbij ook de sociale thema’s zijn meegenomen. Dit laatste middel hebben wij ook gebruikt in mijn project. Tijdens diverse sessies met collega’s van de gemeente hebben we de ontwikkelingen en trends aan de hand van de SDG’s besproken, en hebben we de thema’s van de VNG kunnen verrijken. Resultaat? Een kader van zestien beleidsthema’s waarin alles wat we al doen een plek kan krijgen.

En hoe dan verder?
Met een visie alleen ben je er niet, ook niet als deze integraal is. De visie moet uiteindelijk doorvertaald worden naar ambities, naar programma’s, naar thematische plannen en naar (op lange termijn) nieuwe beleidsnota’s. Daar gaat veel tijd inzitten. Maar met de juiste stip op de horizon wordt het ernaar toe werken steeds leuker. En integraler. Is jouw gemeente ook aan de slag met een Omgevingsvisie of met SDG’s? Spits je oren en haak eens aan! Het zou maar zo over jouw werk kunnen gaan.

Meer weten over dit onderwerp?

Neem dan contact op met onze Nauturiaan Lieke Treffers.

Mail Lieke